donderdag 17 april 2014

What is home anyway

Zolang het niet voor eeuwig en altijd is,  volgen mijn mind en body en zonder tegenspartelen. Op den buiten wonen, ver weg van de betonnen jungle, mijn vriendjes en sociale-netwerk-site koffiebar Kaffee-ine. No problemo. In tegendeel: ik wil, net omdàt er een vervaldatum opstaat, er ook 189% van genieten en zeg al mijn sociale afspraken, koffiekletsen, etentjes, brunchen en lunchen af. Enkel het hoogstnoodzakelijke, zijnde mijn yogalessen geven, zijn een reden om me terug in bewoonde wereld te begeven. Tijd voor mezelf, tijd om gewoon te zijn.  Weliswaar in een totaal andere wereld dan die ik ken.

De volledige 270° die ik vanuit deze plek kan zien, wordt beheerst door heel erg veel wit, enkel af en toe onderbroken door enkele zwarte strakke meubelstukken en hier en daar opgefrist met een gifgroen weldoordacht accessoire, vermoedelijk om het geheel wat te voorzien van enige warmte. Schril contrast met mijn kamer waar je in een Oosterse kleurenexplosie terechtkomt.
Af en toe gaan mijn wenkbrauwen de hoogte in bij het zien van zoveel structuur en organisatietalent: opgerolde handdoeken per kleur, gelabelde thee en alfabetisch kruidenbakje.

Na het even bewustzijn van deze verschillen, ga ik volledig op in het hier-zijn.  Verrast worden door de vroege zonnestralen die hun weg vinden door de hoge berken, wat meteen het het vroege wakker gemiauwd worden door Gust meer dan goed maakt.  Schrijven in het groen, blotevoetenochtenddauwwandelingen, sterrenkijken in de stille aanwezigheid met Gust.  Het ontdekken van een stapel magazines (helaas, vooral culinaire),  genieten van een tas intense senseo koffie die lekkerder smaakt dan de ‘altijd 1€’ koffiepadges van Hema. Of komt het door de vele energie die gestoken heb om de melk op te warmen op het ingewikkelde fornuis? Hoe dan ook: genieten van al deze nieuwe indrukken, van de nieuwe geuren, geluiden en smaken. Een beetje je zintuigen opnieuw uitvinden, hetgeen ik vooral link aan reizen so far.  Niet zo verbazend dat ik me hier goed voel, dat ik opnieuw meer het gevoel heb dat ik écht leef. De vereisten van leven zijn dan ook je zintuigen gebruiken, toch? En voor mij creëert een andere omgeving zintuigverscherping en het gevoel intenser te leven.

Net zoals bij het reizen, zorgen kleine dingetjes ervoor dat ik me hier thuis voel. Ik heb dan ook uitzonderlijk weinig nodig om me ergens thuis te voelen. In dat opzicht ben ik wat zoals ooievaarsbek (als in ‘plant’ en dus niet zoals in ‘lichaamsdeel van trekvogel’).  Een stevige eik met diepe wortels die de tuin overheerst, moet je niet zomaar even uitdoen en verplaatsen, terwijl je een plantje zoals ooievaarsbek amper kan aanraken of de wortels komen los, waardoor het door dieren, wind en mensen heel gemakkelijk met wortel en al ergens anders terecht komt. Toen ik dit ontdekte, overviel me even een ‘wat een zielig plantje’-gevoel, samen met gedachten zoals ‘waarom maakt de natuur dit plantje zo broos?’. Niet heel veel later kwam het antwoord al naar boven. Het is een supermobiel overleef plantje want waar het ook terecht komt, zet het zijn kleine worteltjes vast in de aarde en groeit daar gewoon lekker verder. Mijn kleine worteltjes in dit huis zijn mijn yogamatje, mijn boeken en boekjes die overal rondslingeren en nog wat kleine prullen (waaronder mij nieuwste aanwinst en huidig experiment slash uitdaging slash hobby-in-wording?: vietnamese harp) en ondertussen groei ik lekker verder.

Heerlijk besef toch? Gelukkig dat er zowel eiken zijn die met hun stabiliteit de vogels van een stevig anker als rustplek kunnen voorzien en gelukkig dat de ooievaarsbek er is als voer voor de paarden en zich zo makkelijk overal thuis voelt.

Met momenten dwalen mijn gedachten toch heel eventjes af naar het leven in mijn stedelijke territorium. Zoals net toen ik met een hier ontdekte Deflo in de zonnige zetel zit (ik heb de zetel naar de andere kant van de ruimte verschoven zodat de leukste zon van de dag, de ochtendzon mijn klein gelukmomentje kan versterken door mijn sproetenkopje te beschijnen) en ik in een flits kom tot het besef van hoe makkelijk je alles met de fiets kan doen in de stad;  geen gedoe met tientallen veel te dure parkeerticketjes, rusteloze (soms tientallen) minuten van parkeerplek zoeken. Of toen ik gisterenavond samen met Gust in het gras naar de sterren lag te zien. Ook toen dwaalden mijn gedachten even af naar hoe mijn avond er in de stad zou uitgezien hebben en dan mis ik héél even mijn sociale contacten en activiteiten. Je antwoordt niet zo makkelijk ‘ok, eentje dan’ wanneer een vriend je uitnodigt om ‘eventjes’ mee op café te gaan. Niemand springt zomaar binnen om een theetje te drinken wanneer je in een doodlopende straat met werken in een dorp woont en nog niet eens onder de kerktoren.

 
Ondanks de korte flitsen van wat in de buurt kan komen van heimwee (of is het niet meer dan even vergelijken?), heb ik zo ontzettend genoten van deze week nog-niet-eens-onder-de-kerktoren (al kan ik hem wel zien als ik helemaal vanachter in de tuin naast het minihuisje dat ooit een paardenstal geweest moet zijn, sta). Besef ik dat tijd voor mezelf me met momenten meer oplevert dan random social time. Dat momenten van zonder klok leven en enkel eten wanneer je honger hebt, goed aanvoelen.

Al moet ik toegeven dat ik tegelijkertijd best wel blij ben met de terugkeer naar de stad, inclusief de easy-access tot sociaal zijn. De handige opberg/organiseertips, de winnaar van de 4 wasverzachters en nieuwe lievelinsgthee neem ik gewoon mee en introduceer ik in mijn warm, rommelig en kleurrijk thuisnest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten