maandag 14 september 2020

Bad Yogi met conge


Vaag. Vager. Vaagst.
Het Mechelse perron is nog niet goed en wel verdwenen in de achteruitkijkspiegel die de trein naar Brussel-Midi van 9.07 niet heeft, of ik ben alweer aan het schrijven. Niet-fysiek-schrijven meerbepaald. Mentaal formuleren er zich zinnen, waarvan ik hoop dat ik ze zal onthouden zonder het verdwijnen van de scherpe spitsvondigheden bij gebrek aan lange geheugencapaciteit. Het is zaterdag, niet enkel Vlaamse feestdag én mijn halfjaarlijkse verjaardag (Negenendertigeneenhalf. Joepie!), maar ook de dag dat mijn vakantie begint. Zuurverdiend zou wat overdreven zijn, desalniettemin komt ze zeer goed gelegen. Doesn’t it always? De zintuigen staan scherp en dan vloeien de woorden uit mijn denkbeeldige pen. Dat de pen er niet echt is, ligt aan mezelf. Bij het pakken van mijn overdreven volle rugzak (het is slechts één week waarvan ik 80% in legging ga doorbrengen), vergat ik de belangrijkste tool van een schrijver. Zijn pen. Dat het geen imaginair azerty-toetsenbord is dat zich onder mijn poezelige handen bevindt, is volledig te wijten, euhm te danken aan mijn lief, die beter dan ikzelf een grens kan trekken tussen werk-ontspanning en me met lichte aandrang suggereerde om mijn laptop eens thuis te laten. Say what!? Dat zal al geleden zijn van in 2009, het tijdperk van de internet-cafés in Azië. Slik. Ok. Slik. Laptop blijft thuis. Het is vakantie, right?
Al gaat het in dit scenario wel degelijk over een twijfelgeval; op yogaweek gaan voor een yogadocente is nooit enkel vakantie of zelfs maar ontspanning. Ik durf zelfs te stellen; een yogavakantie is zelden énkel voor zichzelf. Onbewust zal het werkpaard in mij de mooi geformuleerde zinnen opslaan en de spirituele verdieping omzetten naar potentieel lesmateriaal. Grenzen zijn in mijn leven hoedanook vager dan een vagebond, al gaan we het daar nu niet over hebben. Het heeft iets te maken met de tweede chakra. Maar euhm ja, daar gingen we het niet over hebben (zie je wel, die grenzen… vaag, vager, vaagst).

Next topic. Of nee, het vorige.

Net met verlof en de woorden rolden als strobalen op de lege akkers -mocht er een ontzettend sterke wind staan-. Ze zoeven voorbij wanneer ik het Franse binnenland doorkruis met een gemiddelde snelheid van 275 kilometer per uur. Tijdens het zoeven aan deze impressionante snelheid kwam er met even impressionante helderheid de volgende zin binnengestormd.
“Stap uit de routine en voel je vrij.”
Nog nét wist ik te voorkomen om mijn inzicht te verkondigen tegen mijn buurvrouw, in een spontane aanval van prediken. Niet dat het iets zou uitmaken, daar had de fancy hoofdtelefoon voor gezorgd. Maar ik hield me in. De mensen rondom me zien er niet uit alsof ze openstaan voor het delen van spontane inzichten. Dat we in klasse 1 zitten, heeft er vast ook iets mee te maken. De mensen gedragen zich toch een tikkeltje deftiger dan in de klasse waarin ik me meestal bevind. Een klasse hoger en 81 euro minder op mijn rekening. De luxe en de prijs die je betaalt wanneer je een late en impulsieve beslisser bent.
“Ik moet dit vaker doen.” Ik denk het wel vaker. Vorige week nog, toen ik me in de mangroves waande tijdens een kanotocht door de Hollandse Biesbosch, vlak voor dat ik mijn latente zwanenfobie ontdekte. Op mijn leeftijd nog! Tsjonge tsjonge, wat gaat er nog boven komen komende jaren. Never too old to surprise myself.
*grijns*
En nu ik erover denk, waren dat ook exact de woorden die als mantra passeerden het weekend ervoor, tijdens een miniroadtrip door West-Vlaanderen in mijn vertrouwden Volkswagen busje. Al vijf jaren prijkt het aan mijn zijde als trouwe deelgenoot in verschillende avonturen. Deze keer mocht de bumper dienst doen als steun tijdens mijn nachtelijke bosplas in Drongengoedbos, terwijl de halve maan sierlijk doorheen de oude beuken straalde en ik dacht “ik moet dit vaker doen.”


I am a Vinyasa Woman
En nu ben ik alweer onderweg naar een onbekende plek, voor een yogaweek. De tweede keer dat ik zoiets doe en de tweede keer dat ik onvoorbereid in een yogastroming terecht kom, die niet alleen ver af staat van de mijne, maar een tegenhanger is van waar ik zelf voor zou kiezen. Ook deze keer vertrouwde ik me blindelings op het advies van een vriendin en liet ik de voorbereidende research achterwege. Vier jaar terug ging het om Ashtanga Yoga in het Portugese Vale de Moses. Dezelfde serie houdingen in dezelfde volgorde, geen muziek. En nu deze Hridaya Yoga. Statische houdingen, minutenlang! Eerst langs links, dan een lange awareness fase. Dan langs rechts, opnieuw gevolgd door enkele minuten awareness. Aan inventiviteit is er hier nog niemand gestorven. Een heel spirituele en meditatieve aanpak.
Voor de niet yogalovers, even een korte schets van mijn yogaliefde; vinyasa, met een vleugje Angeliqueness. Verrassende wendingen in het yogaverhaal, wisselende thema’s, een flow die zolang duurt dat je amper weet hoe we begonnen zijn. Als teacher komt het neer op veel denken en hoofd bij de les houden. Als yogi betekent het loslaten, volgen en go with the flow.


Bad Yogi
Tijdens de zevende minuut in een vooroverbuiging, vraag ik me af hoe de Mojo Yogi hier mee om zouden gaan. Plots zo’n statisch ding in onze flow. Ik lach eens bij de gedachte, tussen het weerstand ervaren door. De herhalingen ergeren me, al is het vooral mijn eigen gebrek aan geduld waar ik half-gek van word. Deze yogavorm is zo a-typisch mij, dat het weer iets typisch mij is; ergens terecht komen waar ik nooit zelf voor zou kiezen. Lot? Karma? Dat laat ik in het midden. Alleszins interessant om mijn oogkleppen weer wat te verwijden.
“Deepen your inner stillness.”
Hoor ik de yogimaster met een wel heel neutrale stem zeggen. Zijn haar strak in een hoog knotje en zijn outfit wit als een engelengewaad, gewassen met dreft. Of sodakristallen en azijn, lekker milieuvriendelijk, zoals alle producten op dit domein.
Inner stillness? Denk ik terwijl ik ondertussen verder mijn blog mentaal-schrijf.
*bad yogi*


Stillness of the mind
Nog nooit heb ik zoveel minuten gestààn. De awareness fase was zowel nieuw als boeiend voor me. Het zit nu eenmaal niet in mijn aard om stil te staan en de subtiele sensaties in mezelf waar te nemen. Of erbuiten. Subtiele smaakpatronen gaan aan mij voorbij terwijl ik amper het verschil proef tussen wortel en zoete aardappel. Acht minuten sta ik met mijn armen recht naar omhoog mijn vierde chakra te voeden. Talasana. Barbaars in zijn eenvoud. Op een spartaanse manier effectief. Geen afleiding, meer aandacht. “The immobility of the body for the stilness of the mind.” Klinkt goed, moet ik onthouden. Wacht eens, zei hij nu echt ‘treepose’? Kan dat wel? Dit is toch de ‘berghouding’. Wat zou deze dan zijn? Ohja… Stillness of the mind.
Het sanskriet vliegt me om de oren. Ik droom er ‘s nachts nog van. In mijn droom verschijnen mijn Mechelse maatjes, allen met een tekstballonnetje boven hun hoofd, gevuld met de mooie tekens van deze oud Indische taal. Zelfs midden in mijn droom, besef ik al dat er iets niet klopt. Maar hey, in dromen mag en kan alles, en zo droom ik lekker door. Tijdens dag 4 leerde ik dat dit Lucid Dreaming is tijdens de evening lecture over Yoga Nidra, ook wel slaap yoga genoemd. Voor diegene die me kennen lijkt dit wel Angelique-hemel; mijn twee meest favoriete sporten gecombineerd tot een tijdbesparende activiteit.


Maar tijdens deze dag 1 komen al de Sanskriet begrippen binnen als een aanrollende donder wanneer je in een visserssloep een eind van de kust bent. Beangstigend, overweldigend, niet welkom. Kaya Sthairyam, sahasrara, satya, shirshasana, sarvangasana. De dictionary die de Gift Shop me aanbiedt voor 12 euro, stilt mijn eerste rationele honger. Mijn zeurende priemende hoofdpijn word er helaas niet beter op. Verslaafd zijn aan je dagelijkse caffeïneshot eist zijn tol wanneer je belandt op een rook-, alcohol-, koffie- en suikervrije plek. De kwaaltjes dankzij het gebrek aan koffie en suiker, worden aangepakt met extra dutjes en een halve pijnstiller, stiekem weggeslikt tussen de zeven minuten vooroverbuigen en de drie minuten navoelen in. Niet dat het wat uitmaakt want elke practice wordt hier met de ogen toe gedaan en oordeel bestaat hier niet. Of toch niet aan de buitenkant. De yogi’s mind zijn voorlopig nog niet te ontdekken terein voor mij.


Dag 2.
Na het mediteren eet ik mijn overnight oats met veel dankbaarheid op. Ochtendzonnestralen stelend op het binnenplein van het Longeval kasteel. Nog tot 10 uur is er ‘mauna’ op het hele domein. Noble silence, waarbij we eender welke vorm van communicatie met elkaar vermijden. Hoogstmerkwaardig geniet ik, als wandelend woordenproducerend organisme, hier mateloos van. Het geeft immense rust om beleefdheidstoestanden als ‘goed geslapen?’ en ‘interessante meditatie gehad?’ te vermijden en wel op een gemakkelijke, respectvolle manier. Even niet nadenken welke empatische vragen aan de orde zijn, maar gezellig egocentrisch in mijn eigen gedachtenflow en bewuste ervaring blijven. Love it!


De hatha practice start met enkele momenten van awareness. Seriously?
“Drop the attention from the head into the heart.” Goed idee.
Na dezelfde opwarming als gisteren, volgen de statiosche houdingen. Opnieuw staat conditionering me in de weg. Ik hoor het woord ‘treepose’ en sta klaar om mijn gewicht op 1 been te brengen, balancerend op het yogaplatform met uitzicht op de douglassparren aan de overkant van de vallei. Armen gaan synchroon de lucht in, de 32 voeten van de yogi rondom me blijven echter stabiel op de houten vloer van het zwevende bosyogaplatform. Mijn razendsnelle hersenen stellen bij en bij het rollen van mijn ogen, besef ik dat de treepose de berghouding is. De Hridaya berghouding blijkt mijn vertrouwde ‘downwardfacing dog’ te zijn. Zo kom ik twee houdingen en achttien minuten later te weten.
Die boomhouding (of berg, whatever), laat ik mooi voor wat het is en ik wandel met awareness (lees: op mijn duizendste gemak) naar Le Chateaux. Wanneer ik uitgeplast en met aandacht het stukje door het bos terug wandel, zie ik de 32 armen nog steeds in de lucht en evenveel voeten nog altijd op de grond. Lange boom. Zeker enkel minuut-ringen erbij. *gniffel* De boom van gisteren voel ik nog steeds in mijn schouders. Dat belooft voor de rest van de week.


Na de eerste dagen van openbaarvervoer stress, onzekerheid in een nieuwe groep en afkicken van koffie en suiker, voel ik me als een vis in het water. De setting is subliem, de mensen zijn hartverwarmend en de drie maaltijden simpel maar goed. Wonderwel zijn het vooral de strikte dagstructuur en het mediteren die me rust brengen.
Hoewel het uur mediteren het enige vrijblijvende onderdeel van het verder drukke programma is, sta ik elke dag om 6u30 op het yogaplatform. Teruggrijpend naar mijn vertrouwde draken-vinyasa-flow verdrijf ik de slaap uit mijn ledematen. Opgewarmd installeer ik me daarna ingeduffeld met sjaals en dekens op mijn meditatie kussen. Topjes van duim, middenvinger en ringvinger flink samen, wijsvinger richting duimwortel naar binnen geplooid en pink fier rechtopstaand. De Hridmudra, “the gesture of the heart”. Zei ik al dat het hier bij Hridaya yoga draait om het openen van het hart, meer leven zonder oordeel, in unity en vanuit… jawel, liefde?







Drieduizend,tweeduizendnegenhonderdnegenennegentig, tweeduizendnegenhonderdachtennegentig,...
De meditatie start telkens met drie gongs, die je de tijd geven nog even extra goed te gaan zitten en zo in immobiliteitsmodus te komen. Met enkele zorgvuldig uitgekozen kortzinnen worden onze gedachten naar het hier en nu versluisd, meerbepaald naar het hartcenter. Een tiental minuten later komt de minimalistische verbale begeleiding tot een einde met de steeds terugkerende vraag tijdens deze yogaweek: “Who am I?”. Nog een vijftigtal minuten zijn we alleen met onze gedachten. Deze gaan automatisch richting logica; het alfabet achterstevoren opzeggen, de maaltafels en vierkantswortels. Nog een drieduizend seconden. Rationele opvulling als surrogaatmeditatie. Iets dat ik doorheen mijn negenendertigeneenhalfjarig leven wel vaker doe wanneer ik tijd in overvloed heb en niet veel fysieks kan doen; de véle dode momenten op het toilet als overijvige kuisvrouw bij Technopolis, vergaderingen met veel lucht en weinig inhoud tijdens mijn carrière als account manager, hoogst onkwalitatieve busritten van een etmaal lang in Nepal,... Wanneer ik erover denk -en ja, dat doe ik dus wel degelijk tijdens het mediteren- is mijn leven een aaneenschakeling van momenten van wachten en tijd doden, afgewisseld met op zoek gaan naar spanning en avontuur. Quasi onmiddellijk verwerken mijn hersenen dit inzicht tot een taartdiagram, waarbij slechts een klein spietje voorbehouden is voor ‘the in between state of mind; die waar ik mental peace heb. Voor ik dit verder ga mentaaluitpluizen, laat ik de gedachte varen als een motorboot op het meer. Zeilbootgewijs breng ik mijn aandacht opnieuw bij dat zo interessante ‘hier en nu’. Even lukt het me weliswaar om niet al te veel verschillende gedachten te hebben of geen te grote sprongen te maken. Immobility of the body, stillness of the mind, herinner ik mezelf aan de mantra die me hier door gaat helpen. Mijn rechterbeen is het punt van pijnlijk slapen en moeizaam bewegen gepasseerd. De klomp spieren en botten lijkt onder plaatselijke narcose te zijn. Beweging sturen vanuit mijn zenuwcentrum lukt gelukkig nog, alleen komen de synapsen niet toe en krijg ik met de beste wil van de wereld geen halve millimeter beweging in de hoop vlees. Immoblility of the body…. Ik moet gewoon beter doorbijten. Goed voor dat doorzettingsvermogen! Of… moet ik ingrijpen nu mijn been een eigen - en dan nog wel extreem passief- leven begint te leven? Beelden van een knappe dokter die me meelevend aankijkt met zijn grote hondstrouwe kijkers overspoelen mijn verder lege -yeah right- geest. Vanonder zijn borstelige wenkbrauwen deelt hij me met sterk frans accent mee: “I am verry sorry Miss Mass. If you didn’t wait that long, we could have saved your legg.” Mijn hang naar drama verdrijft het laatste restje peace of mind. Tussen de ik schat achtentwintig muisstilzittende bevroren yogi, neem ik zo stil als mogelijk mijn been vast en leg het als een extern voorwerp een beetje verder. Pas nadat ik mijn rechterbil in de lucht laat zweven, voel ik de doorbloeding terug op gang komen.

Zo. Ongelooflijk.Dankbaar.

Na nog ontelbaar veel gedachten en een paar keer stiekem te verzetten, klinkt de verlossing van de eerste gong. “Another last minute.” De les van vandaag leert me dat ‘in stilte zitten’, niét gelijk saat aan ‘stil zitten’ en dat dit nog mijlenver af kan staan van ‘mediteren’. It’s gone be a long way. Gelukkig heb ik nog een hele week om uit te vinden in hoeverre mijn monkey mind zich laat temmen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten